John Locke’s empirisme

(1632-1704)

Smaken verschillen, maar over sommige dingen valt niet te twisten! John Locke was een Britse empirist die twee soorten eigenschappen van objecten (dingen) onderscheidde: primaire en secundaire eigenschappen. 

Primaire eigenschappen zijn eigenschappen van het object zelf: het maakt niet uit hoe je het bekijkt, ze zijn altijd zo. Niemand zou ooit zeggen dat een driehoek een cirkel is, bijvoorbeeld. Deze primaire eigenschappen worden verondersteld: er wordt aangenomen dat ze altijd bestaan.

Secundaire eigenschappen bestaan alleen in de waarneming van een persoon. Denk hierbij aan proeven, ruiken, voelen en horen. Deze sensaties zijn er alleen als een persoon ze waarneemt!

Neem een banaan. De primaire eigenschappen zijn vorm, grootte of gewicht: een banaan heeft altijd een bepaalde vorm, grootte of gewicht. De kleur komt alleen maar naar boven als je de banaan bekijkt! Kan je van een banaan zeggen dat het geel of groen is, totdat je het ziet? Kun je wat zeggen van de banaan zonder het te proeven?

Locke zegt van niet: deze ideeën van kleur, geur en smaak komen alleen maar in ons op doordat wij de sensaties ervaren via de waarneming. 

Auteur: Stefan Vliek