Volgens de Amerikaanse filosoof en natuurkundige Thomas Kuhn werkt de wetenschap met een ander soort bron van kennis dan het geloof / de religie dat doet. Het verschil is namelijk dat volgens Kuhn de bron van wetenschappelijke kennis constant verandert.
Volgens Kuhn werkt de wetenschap niet in één zelfde lijn van vooruitgang door. Het is niet zo alsof we nu, in 2021, steeds nieuwe ontdekkingen doen in de wetenschap, die steeds prima aansluiten bij wat bijvoorbeeld in de middeleeuwen werd uitgevonden. Volgens Kuhn is de wetenschap niet lineair in ontwikkeling, maar circulair. Soms worden er namelijk ontdekkingen gedaan, die niet verklaard kunnen worden met alle theorieën waarmee een bepaalde wetenschapsdiscipline werkt. Die ontdekking die niet verklaard kan worden, noemde Kuhn een anomalie. Alle theorieën en ideeën waarmee een wetenschapsdiscipline werkt, als een soort kennis-gereedschapskist, noemde Kuhn een paradigma. Omdat de wetenschap steeds in fases met andere paradigma’s — andere bronnen van wetenschappelijke kennis – werkt, staat de bron van wetenschappelijke kennis dus niet vast.
Hoe werkt die circulaire wetenschap precies volgens Kuhn? Hij onderscheidt 4 fases:
1. Pre-wetenschap.
In deze fase zijn wetenschappers het nog niet eens over welke theorieën en ideeën het beste werken voor hun discipline. Er is dus nog geen overeenkomst: ze moeten samen zoeken naar hoe ze te werk gaan. Er is nog geen paradigma.
2. Normale wetenschap.
In deze fase is er wel een paradigma gevonden. Tijdens normale wetenschap doen wetenschappers hun werk zoals ze gewend zijn: onderzoek doen, nieuwe dingen ontdekken. In deze fase is er wetenschappelijke vooruitgang mogelijk.
3. Crisis.
Volgens Kuhn ontstaat er een wetenschappelijke crisis, als wetenschappers iets ontdekken wat ze niet kunnen verklaren binnen hun huidige paradigma: een anomalie. Er is dan sprake van een crisis, omdat de wetenschappelijke basis die ze gebruikten kennelijk niet goed genoeg was.
4. Revolutie.
Volgens Kuhn is er een wetenschappelijk revolutie, als wetenschappers het met elkaar eens zijn dat ze hun theorieën en ideeën die ze gebruikten in hun onderzoek, moeten afbreken. Het is dan tijd voor een nieuw paradigma, waarnaar wetenschappers dan opnieuw samen moeten zoeken. Dit noemde Kuhn een paradigmaverschuiving.
Na de 4e fase, gaat de wetenschap weer terug naar de 1e fase. De wetenschap maakt volgens Kuhn steeds dit rondje af is daarom circulair!