Rousseau (1712 – 1778) dacht dat de mens een natuurlijke goedheid heeft: dat noemde hij zelfliefde, of in het Frans: amour de soi. In de natuurtoestand is de mens volgens Rousseau goed en vredig. De mens heeft een natuurlijke drang om zichzelf in leven te houden en om te overleven. De mens ziet ook in dat andere mensen die drang ook hebben. Omdat we dat beseffen, zullen mensen uit zichzelf anderen niet zo snel pijn doen: dan maak je het andere mensen immers moeilijk in hun zelfliefde. En Rousseau dacht: als je zelf niet zou willen dat iemand jou pijn zou doen, waarom zou je het een ander dan wel aandoen?
Rousseau ziet dat in onze moderne samenleving mensen hebberig worden. Als technologische ontwikkelingen plaatsvinden, wordt de drang om te overleven steeds minder. Volgens Rousseau gaat het daarom mis zodra mensen bezittingen hebben. Mensen willen steeds meer dingen hebben: meer rijkdom, een groter huis, de nieuwste iPhone. En dat heeft jaloezie als gevolg. Jaloezie is ook een vorm van zelfliefde, maar dan vermengd met afgunst van anderen. In het Frans noemde Rousseau deze slechte vorm van zelfliefde amour propre.
Hoe zou het dan wel moeten in onze samenleving, volgens Rousseau? Hij stelt een nieuw sociaal contract voor: een samenleving waarin iedereen iets heeft en niemand iets te veel. Omdat niemand meer heeft dan iemand anders, is er ook geen jaloezie en geen amour propre. In Rousseaus ideale samenleving is er ook geen leider. Mensen kunnen zelf bepalen wat het beste voor hen is. Daarbij zullen ze anderen uit zichzelf niet schaden, dus er is ook geen oorlog. Rousseau stelt zich dus een gemeenschap van vrije individuen voor.
Die gemeenschap kan het beste niet in een stad gevestigd worden. In de tijd dat Rousseau leefde, waren steden nog industrieel en erg vies, vol met ongedierte en met ziektes. Hij pleitte daarom voor een terugkeer naar de natuur. Ook vond hij het belangrijk dat jonge kinderen op een vrije manier werden opgevoegd. Dwang en straf hebben vaak niet het juiste effect. Laat kinderen daarom in vrijheid opgroeien tot een vredelievend persoon, zei Rousseau. Dat is immers ook hoe ze van zichzelf zijn!
Auteur: Caitlin Ionescu