Lichaam als kerker van de ziel

Lichaam als plaats waar de ziel in gevangen zit. Wat zou Plato daarmee bedoelen? Plato was dualist en geloofde dat lichaam en ziel twee verschillende substanties waren. Het lichaam is de ene substantie en de ziel is het andere substantie.


Het lichaam

Het lichaam is een materiële substantie en deze substantie is sterfelijk. Onze lichamen zijn van onder andere van vlees, botten, spieren, etc. en samen is dit het materiaal waar onze lichamen van gemaakt zijn. Dit materiaal, waar ons lichaam van gemaakt is, is eindig en daarmee sterfelijk. Het gebruiken van ons lichaam doen we door middel van onze ziel.

Dit lichaam, stelt Plato, is alleen maar een last voor onze ziel. Het is zelfs de kerker van de ziel. Maar we moeten het er echter maar mee doen. De ziel neemt een belangrijkere plaats in Plato’s filosofie dan het lichaam.


De ziel

De ziel is een immateriële substantie en deze substantie is onsterfelijk. De ziel is niet van materiaal dat je echt kunt vastpakken en het zal volgens Plato nooit sterven. De ziel is oneindig. Bij de geboorte krijgt het lichaam een ziel te pakken en zit de ziel gevangen in het lichaam. Deze denkwijze, dat de mens bestaat uit twee gescheiden substanties, maakt Plato een dualist.


Driedeling van de ziel – de menner en zijn paarden

Plato vergeleek de ziel met het idee van een menner die twee paarden voor zijn tweespan heeft. De ziel zou namelijk bestaan uit drie delen; een intellectueel deel, een moedig deel en een deel van begeerte.

Het ene paard staat voor het deel van de ziel dat begeert. Dat wat begeert wordt zijn aardse zaken zoals eten, drinken, vermaak en wellust. Dit paard richt zich op wat het lichaam wil. Het andere paard is een moedig paard en staat voor wilskracht; het moedig deel van de ziel. Deze twee paarden zijn vaak in strijd met elkaar. Je kunt het vergelijken met het moment dat je wilskracht wilt inzetten om aan je huiswerk te gaan, maar toch verleidt wordt om nog een aflevering van een serie te kijken. Als het ene paard zijn zin krijgt, dan wordt het andere paard teleurgesteld.

Wanneer je een tweespan moet besturen als menner, is het belangrijk dat je twee paarden wel samenwerken. Dat is precies de rol van de menner; het in bedwang houden van beide paarden zodat ze samenwerken. De menner staat in deze vergelijking voor het intellectuele deel van de ziel; onze ratio.


Ieder mens heeft een lichaam met daarin gevangen de ziel. Elke ziel kent de drie afzonderlijke delen. De samenstelling van deze drie verschilt echter per persoon. Zo kan persoon A een groter intellectueel deel hebben, dan persoon B. Misschien heeft persoon B wel een groter moedig deel. Welke verhouding dan ook, ieder mens heeft alle drie delen van de ziel in zich. Dat de verhouding per persoon verschilt, heeft voor Plato gevolgen voor de inrichting van een staat. Zie ook Filosoof koning.


Ideeënwereld / Wereld der Vormen

Diegene met een groot intellectueel deel zijn in staat om de andere delen van de ziel in harmonie met elkaar samen te laten werken. Diegene laten zich niet afleiden door aardse zaken en kunnen zich bezig houden met zaken die ertoe doen; kennis van het Ware, het Schone en het Goede. Zie hiervoor Ideeënwereld / Wereld der Vormen.