Wij maken dagelijks gebruik van deze waarheidstheorie. Als je zegt dat de stoel geel is en je wijst ernaar, dan heb je gebruik gemaakt van de correspondentietheorie van de waarheid. Hetzelfde geldt voor een uitspraak dat je fietsband lek is of dat je broodtrommel leeg is.
De correspondentietheorie van de waarheid stelt dat een uitspraak waar is wanneer deze overeenkomt met de werkelijkheid.
Een uitspraak is waar wanneer dit aanwijsbaar of waarneembaar is. Je kunt naar de gele stoel wijzen. Je kunt iemand je lekke fietsband laten zien. Je kunt je broodtrommel open doen en er niets in vinden.
De correspondentietheorie van de waarheid is de meest gebruikte theorie, maar niet de enige. Er zijn ook andere waarheidstheorieën die gebruikt wordt bij andere soorten uitspraken. Bijvoorbeeld voor uitspraken die gebaseerd zijn op een afspraak of uitspraken die waar zijn omdat het werkt.