Het t-shirt dat je draagt, de bril op je neus en de telefoon in je broekzak. Allemaal zijn het voorbeelden van techniek. Techniek is alles wat door mensen gemaakt is. Technologie is ‘de wetenschap van techniek’. Overal om ons heen zien wij techniek en technologie. Sterker nog: een leven zonder technologie is misschien wel ondenkbaar! In onze moderne samenleving zijn wij van veel (wetenschappelijke) ontwikkelingen afhankelijk. Zonder fiets zou je moeten lopen naar school. Zonder schoenen zou dat lopen niet heel comfortabel zijn, enzovoort, enzovoort.
Techniekfilosofie bestudeert de relatie tussen technologie en de samenleving. Hoe gaat de mens om met technologie? Wat is technologie eigenlijk? Zijn er grenzen aan wat we met technologie mogen doen?
Natuurlijk object en kunstmatig object
Volgens Aristoteles maakte de mens gebruik van techniek om zichzelf verder te ontwikkelen. Dat deed de mens via arbeid (ambacht, werk met de handen) of via kunst. Hierbij maakte de mens eigenlijk de natuur na: een vogelnest, bijvoorbeeld, was de inspiratie voor het bouwen van een huis. Hier is het vogelnest een natuurlijk object terwijl het huis een kunstmatig object is. Natuurlijke objecten bestaan op zichzelf in de natuur. Kunstmatige objecten hebben onderhoud nodig van mensen om te kunnen blijven bestaan. Als een huis lang genoeg niet wordt onderhouden, dan raakt het in verval en kan het kapot gaan.