Plato: allegorie van de grot en de Ideeënwereld

Plato is een van de bekendste filosofen uit de oudheid en zijn ideeën spelen een grote rol binnen de kennisleer. Twee van zijn bekendste ideeën gaan over de allegorie van de grot en zijn Ideeënwereld

Ideeën, vormen en essenties

Plato merkte op dat dingen in de wereld allemaal van elkaar verschillen, maar toch iets gemeenschappelijks hebben. Hoe komt het dat we verschillende soorten honden, toch allemaal een hond noemen? Wat maakt een hond een hond? Dat noemde hij hondheid. Wat alle paarden gemeen hebben, oftwel de essentie van een paard, is hun paardheid. Deze ‘vormen’ of essenties noemde Plato ‘ideeën’. Zo bestaan er ideeën als het idee mens, het idee stokstaartje, maar ook abstracte ideeën zoals rechtvaardigheid.

Deze ideeën zijn eeuwig en onveranderlijk. Ze bestaan niet in de waarneembare wereld, maar in de Ideeënwereld. De dingen die wij waarnemen zijn volgens Plato slechts slechte kopieën van die perfecte ideeën. De essentie of kern van alles zit dus niet in het object zelf zoals wij het zien, maar transcendent (bovennatuurlijk), in de Ideeënwereld. Deze ideeën kunnen we alleen kennen door goed na te denken.

De drie hoogste Ideeën

Boven alle andere ideeën staan volgens Plato drie belangrijkste ideeën:

  • Het Ware → waarheid en kennis. Alles wat we in onze waarneembare wereld als ‘waar’ beschouwen komt van het perfecte idee ‘het Ware’.
  • Het Schone → schoonheid en harmonie. Alles wat we in onze waarneembare wereld als ‘wonderschoon’ of ‘mooi’ beschouwen komt van het perfecte idee ‘het Schone’.
  • Het Goede → het hoogste idee, de bron van alle andere ideeën. Alles wat we in onze waarneembare wereld als ‘goed’ beschouwen komt van het perfecte idee ‘het Goede’, en wakkert in bepaald opzicht ook het verlangen aan om daadwerkelijk het goede te doen.

De grotvergelijking

Om zijn Ideeënwereld uit te leggen gebruikte Plato zijn beroemde grotvergelijking: de allegorie van de grot. Mensen zitten vastgeketend in een grot en zien alleen schaduwen op de muur. Die schaduwen staan voor onze waarneembare wereld. We denken dat dit de echte werkelijkheid is, maar volgens Plato zien we slechts een slechte kopie.

Pas wanneer iemand loskomt, zich omdraait en uit de grot klimt, ziet hij het vuur, daarna de buitenwereld en uiteindelijk de zon. Dat staat voor het proces van nadenken en inzicht krijgen. De wereld buiten de grot is de Ideeënwereld: daar zit de waarheid en dus echte kennis. De grotvergelijking laat zien dat we via denken uit de grot moeten komen om tot ware kennis te komen.

Voorbeeld: Stel je een perfecte cirkel voor. Die bestaat alleen in je hoofd. Elke cirkel die je tekent of laat uitprinten, is een beetje scheef of slordig. De echte, perfecte cirkel bestaat alleen als idee. Die cirkel is alleen maar denkbaar.

Rationalisme & Nativsime

Plato is een rationalist omdat hij vindt dat kennis ontstaat door het gebruik van de rede, niet door ervaring. Daarnaast is hij ook een nativist: kennis is volgens hem aangeboren. Onze ziel heeft de Ideeënwereld al gekend vóór onze geboorte. Leren is daarom geen nieuwe kennis opdoen, maar het herinneren van wat onze ziel al wist.

De filosoof!

Niet iedereen durft de grot te verlaten. Het kost moed om te twijfelen aan wat iedereen vanzelfsprekend vindt. De filosoof is degene die wél nadenkt, de schaduwen loslaat en probeert het licht te zien. Filosofie is bij Plato dan ook de reis van schaduw naar licht: van mening naar kennis, van de zintuiglijke wereld naar de Ideeënwereld.

Auteur: A. Bulder