Wat is het verschil tussen mens en machine? Is het onze intelligentie? Zijn wij slimmer dan machines? Toch is een rekenmachine veel beter in rekenen dan ik ben en kan een algoritme veel sneller leren van nieuwe informatie. Ook een pasgeboren baby is niet gelijk slim. Welk verschil zit er tussen slim zijn en intelligentie?
Misschien moeten we het verschil zien in emoties of gevoelen en kunnen machines, algoritmes en programma’s niets voelen of ervaren? Of zit het verschil in het materiaal waarvan we gemaakt zijn? Mensen zijn van vlees en bloed en machines en algoritmes van metalen en digitaal bestaan ze zelfs slechts uit 0-en en 1-en.
Stel je voor dat je een pacemaker hebt dat ervoor zorgt dat je hart blijft kloppen. Je hebt dan een apparaatje in je lichaam. Ben je dan voor een deel een machine geworden? Hoeveel delen van mijn lichaam kan ik inwisselen voor een apparaat en machinale onderdelen voordat ik zelf een machine wordt?
Zou het echte verschil dan in ons brein zitten? Zou ons zelfbewustzijn het échte verschil zijn?
Om hierover na te denken maken we gebruik van het functionalisme dat stelt dat het niet toe doet op welke manier een beweging tot stand komt. Er wordt uitgelegd dat dit kan leiden tot de identiteitstheorie van de geest. We gaan in op de Turingtest dat ontworpen is om intelligentie van de mens en van een programma te vergelijken. En via het Chinese Kamer gedachte-experiment wordt er kritiek geleverd op de Turingtest. Uiteindelijk blijkt de vraag naar het verschil tussen mens en machine op het gebied van intelligentie toch niet makkelijk te beantwoorden. Het is met recht een filosofische vraag.