Sta jij elke zaterdag op het voetbalveld? Luister jij uren naar je favoriete artiest? Kun jij goed schaken? Of heb je andere activiteiten waar je veel (vrije) tijd aan besteed? Waarschijnlijk kun je wel iets bedenken. Maar waarom doe je dat eigenlijk? Je zou kunnen zeggen omdat je ergens beter in wilt worden of omdat je graag er iets mee wilt bereiken.
Stel, iemand blijft doorvragen en stelt wederom de vraag waarom je er beter in wilt worden of waarom je er iets mee wilt bereiken. Vermoedelijk kom je op een antwoord uit dat je het leuk vindt of dat je er zelfs gelukkig van wordt.
Wij doen in ons dagelijks leven veel dingen waar wij gelukkig van worden of waar wij uiteindelijk gelukkig van denken te worden. Wellicht wordt je gelukkig van een hockeywedstrijd of een dansuitvoering. Misschien wordt je gelukkig van de gedachte dat je met je middelbare schooldiploma de opleiding of het werk kan gaan doen waar je gelukkig van wordt. En soms wordt je juist gelukkig als je even helemaal niets doet.
Wanneer wij iets doen waar wij gelukkig van worden, dan heeft dat een intrinsieke waarde. Dan doen wij een activiteit omdat wij die activiteit zelf belangrijk vinden. De waarde van de activiteit ligt dan ‘in zichzelf besloten’ en is dus intrinsiek.
Hoe dan ook, wij mensen vinden geluk belangrijk in ons leven. Maar wat is geluk precies en hoe word ik gelukkig?
Voor deze vragen gaan wij inspiratie op doen bij de volgende filosofen:
- Jean-Jacques Roussau – Gevoel als weg naar geluk
- Epicurus – Verstand als weg naar geluk
- Baruch Spinoza – Inzicht in onze menselijke natuur
- Friedrich Nietzsche – Instinct is onze menselijke natuur
- Herbert Marcuse – Geluk zelf bepalen?
- Aristoteles – Geluk is iets wat je doet
- Albert Camus – Het leven is zinloos
- Epicurus – De dood doet er niet toe