Edmund Gettier (1927-2021) schreef een beroemd artikel in 1963 dat iedereen aan het denken zette. Het was een heel kort artikel, maar het had grote gevolgen! was een filosoof die een groot probleem vond in hoe we normaal over kennis denken.
Wat is kennis volgens de klassieke opvatting?
Vroeger dacht Plato dat je iets “wist” als drie dingen klopten (drie voorwaarden voor kennis):
- Je bent er van overtuigd – de uitspraak klopt.
- Het is waar – de uitspraak klopt.
- Je hebt een rechtvaardiging – je hebt bewijs of een reden om het te geloven.
Voorbeeld: Je ziet dat je klasgenoot een blauwe trui draagt en (1) gelooft dat hij een blauwe trui aan heeft. Het is (2) echt waar dat hij een blauwe trui draagt. (3) Je ziet het en hebt dus een goede reden om dit te geloven.
Het probleem dat Gettier ontdekte!
Gettier liet zien dat je voldoet aan de drie voorwaarden, maar dat het toch raar voelt om te zeggen dat je het “weet”.
Stel, je kijkt naar een klok op school en die geeft 10 uur aan. Je gelooft dat het 10 uur is. Wat je niet weet, is dat de klok al twee dagen stil staat op 10 uur. Toevallig is het nu echt 10 uur.
Je overtuiging is waar en je had een goede reden, maar het lijkt gek om te zeggen dat je echt weet dat het 10 uur is. Het was gewoon een gelukkige gok. Dit heet het Gettierprobleem.
Wat leren we hiervan?
Kennis is ingewikkelder dan we dachten! Gettier laat zien dat je soms geluk kunt hebben dat iets klopt, en dat is niet hetzelfde als echt weten. De drie voorwaarden: overtuiging, waar en rechtvaardiging is niet genoeg om iets echt te “weten”. Er moet dus iets meer zijn, zodat een gelukkige gok geen kennis worden.
Filosofen proberen nog steeds te bedenken wat dat “meer” precies is. Heb jij een idee?