Ideeën over wetenschap zijn al vaak veranderd en zullen ook blijven veranderen. Wanneer er een hele grote verandering plaatsvindt, spreken we van een wetenschappelijke revolutie. Een voorbeeld hiervan is dat men heel lang dacht dat alle planeten rondom de Aarde draaiden (geocentrisme), maar dat men later ontdekte dat alle planeten in het zonnestelsel eigenlijk om de Zon draaiden (heliocentrisme).
Omdat het criterium van falsifieerbaarheid wel heel streng was, stelde Amerikaans filosoof Thomas Kuhn een andere wetenschapsfilosofie voor. Volgens hem zijn alle wetenschappelijke theorieën een deel van een grote verzameling theorieën: een paradigma. Paradigma’s omvatten geaccepteerde methoden en theorieën. Wanneer iedereen het huidige paradigma accepteert, is er volgens Kuhn sprake van normale wetenschap.
Toch zijn er soms resultaten die niet passen binnen een paradigma: een uitzondering, of een anomalie. Een anomalie of twee is nog te verbergen, of te negeren, maar wat als er ineens heel veel anomalieën opduiken? Dan is een paradigma niet meer houdbaar en vindt er een paradigmawisseling plaats: het oude paradigma wordt vervangen door een nieuwe.
Het idee van paradigmawisselingen is nauw verwant aan de Duhem-Quine stelling.
Auteur: Stefan Vliek