Hoe controleer je of een wetenschappelijke uitspraak of theorie zinvol is, of dat dit een gevolg van goede wetenschap is?
Om te controleren of wetenschappelijke beweringen zinvol zijn, stelden de logisch positivisten het verificatiebeginsel op. Volgens dit criterium is er maar één manier om wetenschappelijke beweringen te testen: verificatie (bevestiging). Deze verificatie kan alleen worden uitgevoerd aan de hand van de zintuigen; het is dus een empirische theorie. De waarheid laat zich aantonen door de waarneming.
De bewering “alle raven zijn zwart” is dan alleen zinvol als er geverifieerd kan worden dat alle raven daadwerkelijk zwart zijn. De vraag is of deze uitspraak ooit geverifieerd kan worden: kunnen wij daadwerkelijk alle raven waarnemen? Is het wel mogelijk om deze (en vele andere!) bewering(en) te verifiëren?
Oostenrijks-Brits filosoof Karl Popper was kritisch over het verificatiebeginsel. Sommige “wetenschappelijke” theorieën leken altijd maar geverifieerd te worden. De psychoanalyse van Sigmund Freud, bijvoorbeeld, had voor elke vorm van menselijk gedrag een verklaring in het onbewuste. Echte wetenschap, aldus Popper, “steekt zijn nek uit” en maakt gewaagde voorspellingen die ook niet kunnen kloppen.
Dit criterium, het criterium van falsifieerbaarheid, houdt in dat zinvolle wetenschappelijke beweringen ook weerlegd kunnen worden. De bewering “alle raven zijn zwart”, bijvoorbeeld, is te weerleggen door een raaf te vinden die niet zwart is. Die bewering is dus falsifieerbaar.
“Wetenschappelijke theorieën” zoals psychoanalyse en astrologie zijn niet te falsifiëren: voor elke vraag is een ander antwoord wat past binnen de theorie. Er is altijd wel een schijn van waarheid te vinden in horoscopen. Dit is waarom volgens het criterium van falsifieerbaarheid psychoanalyse en astrologie pseudo-wetenschappelijke theorieën zijn.
Toch is het criterium van falsifieerbaarheid wel heel streng: is één uitzondering genoeg om een hele theorie te ontkrachten? Ook stelt het een hele hoge eis aan zekere kennis: in principe is elke geaccepteerde wetenschappelijke theorie alleen nog wetenschappelijk, omdat het nog niet gefalsifieerd is.
Voorbeelden van kritiek op zowel verificatie als falsificatie zijn de theorie van paradigmawisselingen en de Duhem-Quine stelling.
Auteur: Stefan Vliek