Stel je voor…
… je zit in een klas met 20 leerlingen. De docent komt binnen met een taart die precies in 20 stukken is gesneden. De taart kan eerlijk verdeeld worden en iedereen kan één stuk krijgen.
Stel je voor…
… je zit in een klas met 20 leerlingen. De docent komt binnen met een taart die precies in 15 stukken is gesneden. Niet iedereen kan een stuk taart krijgen. Hoe verdeel je taart nu? Hoe zou je de taart moet verdelen zodat het eerlijk verdeeld is?
Krijgen de leerlingen die het hardst werken een stuk taart? Krijgen de leerlingen die het aardigst zijn een stuk taart? Krijgen de leerlingen die het meeste trek hebben een stuk taart? Welke redenen kun je bedenken om een stuk taart te verdienen? Wie krijgt er geen stuk taart, en waarom krijgen zij geen stuk taart?
Dit vraagstuk noemen we het vraagstuk van de verdelende rechtvaardigheid. Hoe moet er bepaald worden wie wat krijgt? Welke argumenten zijn er daarvoor te geven? Dit vraagstuk wordt niet alleen toegepast op het verdelen van taart in een klas. Je kunt je ook afvragen wat een rechtvaardige verdeling is van het geld van een bekende voetbalclub. Hoeveel zou iedere speler moeten verdienen en waarom? Het is ook toe te passen op een gemeente, provincie, land en zelfs de wereld. Als je alle welvaart van Nederland opnieuw zou mogen verdelen, hoe zou jij die dan opnieuw verdelen? Wat is een rechtvaardige verdeling van onze welvaart?
Met behulp van Plato, John Rawls en Ayn Rand gaan wij op zoek naar antwoorden op het vraagstuk van verdelende rechtvaardigheid.