Startopdracht

Kwaliteitenspel

In dit spel leer je wat kwaliteiten zijn en welke jij en anderen hebben. Het spel duurt twee uur.
Het spel in het kort:

  • Er zijn 68 kaartjes met kwaliteiten, woord en plaatje
  • Je speelt het met de hele klas
  • Iedereen pakt een stoel en samen vormen jullie een kring

1. Welke kwaliteiten heb jij volgens anderen?

Doel: inzicht krijgen welke kwaliteiten de anderen in jou zien.

      • Alle leerlingen pakken een kaartje voor hun linker buurman en komen terug in de kring
      • Eén leerling begint, geeft het kaartje aan de buurman en vertelt er bij waarom hij dat kaartje heeft gepakt
      • De ontvanger luistert en geeft geen commentaar

2. Welke kwaliteiten heb jij volgens jou?

Doel:

        benoem je eigen kwaliteit

        • Elke leerling gaat voor zijn stoel staan
        • De helft van de leerlingen gaat uit de kring en gaat voor iemand anders staan, met de neuzen naar elkaar toe. Maak de twee kringen een beetje kleiner.
        • Elke leerling pakt een kaartje voor zichzelf (mag niet hetzelfde zijn als de vorige)
        • Elke leerling vertelt aan de ander waarom hij dit kaartje gepakt heeft
        • Daarna schuift elke drie plaatsen op naar links. Vertel nu ook tegen diegene waarom jij dit kaartje gepakt hebt voor jezelf.

3. Wat kun je met je kwaliteit doen?

Doel:

        herken kwaliteiten

        • Vorm een groepje van vier leerlingen
        • De docent deelt willekeurig aan elk groepje kaartjes uit
        • Beeld in jouw groepje jouw kwaliteit uit die op jouw kaartje staat. Jouw groepsgenoten moeten raden welke kwaliteit jij uitbeeldt
        • Samen verzinnen jullie een situatie/gebeurtenis waarin mensen voorkomen met de kwaliteiten die op de kaartjes staan

Ronde 4

      • Open het document ‘kwaliteitenopdracht’ en ga hiermee aan de slag
      • Sla het document goed op in jouw map
      • Verwerk de resultaten op pagina 3 van jouw paspoort