week 1
week 1
Je hebt tijdens de opening van dit thema een verhaal over of van iemand gehoord die het verschil heeft weten te maken in een bepaalde situatie. Deze ‘wereldverbeteraars’ zijn mensen met idealen zijn aan de slag gegaan om van hun ideaal werkelijkheid te maken. Je gaat een eigen droom, een eigen ideaal omschrijven waarin jij het verschil maken kunt.
Je ideaal moet passen in één van de volgende groepen:
Benodigdheden
Laptop, schetspapier, potloden
Laptop, schetspapier, potloden
Tijd
twee lesuren
twee lesuren
Werkvorm
Klassikaal, individueel en daarna klassikaal bespreken
Klassikaal, individueel en daarna klassikaal bespreken
Doel
- Je weet wat er in je omgeving speelt en hoe je dit noemt
- Je weet wat een ideaal is
- Je kunt je eigen idealen onder woorden brengen
- Je durft je eigen idealen te delen
- Je kunt idealen indelen in de vier genoemde groepen
Opdrachten
A. Schrijf je idealen op
Schrijf voor jezelf een aantal van jouw idealen op (minimaal vier), nadat je hebt geluisterd hoe andere mensen het verschil hebben gemaakt in een situatie.
B. Bespreek de idealen
- Bekijk de vier groepen en deel je eigen idealen in deze vier groepen in.
- Nu volgt een klassikale bespreking van alle genoemde. Deze wordt geleid door de docent. Alle idealen worden ingedeeld in één van de vier groepen.
C. Schrijf je droom op
- Omschrijf je belangrijkste ideaal in één zin zodat het een droom wordt.
- Maak een foto van jezelf: waarin jij herkenbaar bent of in silhouet.
- Open een programma en plaats je foto daarin. Maak in een programma, bijvoorbeeld Illustrator of een tekstwerker, een tekstwolkje bij jouw foto. Zet in het tekstwolkje jouw droom.
- Print je gemaakte werk twee keer.
D. Presenteer je droom
- Presenteer één foto samen met alle andere op één wand.
- Doe de andere foto in de Droombox.