Er zijn verschillende soorten pennen waarmee je een pentekening kunt maken.
Met de omsteekpen kunnen heel dunne lijntjes worden getekend. Het pennetje zit, wanneer het niet wordt gebruikt, omgekeerd in een houder, zodat het goed wordt beschermd.
Doop de pen niet verder in de inkt dan het gaatje of vul de pen aan het vulstaafje.
Dunne lijnen maak je door:
zacht te drukken: de pen splijt niet
de lijn dwars op de pen te tekenen
Dikke lijnen krijg je door:
te hard te drukken: de pen splijt iets
de lijn in het verlengde van de pen te tekenen
Maak de pen schoon met een verflap of keukenpapier. Houd hem niet onder de kraan, want dan gaat hij roesten.
Ga door naar stap 4: Oefenen met inkt en kroontjespen