Je weet dat er een nieuw tijdsbeeld is.
Je weet dat er een nieuw mensbeeld is.
Je weet dat er in de behandelde periode vooruitgang is geboekt op het gebied van wetenschap en techniek.
Je kunt voorbeelden noemen van ontdekkingsreizigers uit deze periode.
Je weet waarom er reizen werden ondernomen.
Je weet welke producten uit Indiƫ werden verhandeld.
Je weet welke beschavingen er aan de andere kant van de wereld waren.
Je weet dat ontdekkingsreizen grote invloed hebben gehad op overzeese culturen.
Je weet dat ontdekte gebieden nieuwe mogelijkheden boden voor de Europese bevolking om er een nieuw bestaan op te bouwen.
Je weet dat er plantages werden aangelegd waar handelsgewassen op werden verbouwd.
Nederlands:
Je leert een onderzoeksverslag te schrijven.
Je leert gebruik te maken van een opbouw: inleiding, midden, afsluiting.
Je oefent met spelling en interpunctie.
Je leer presenteren.
Je leert in een perspectief te schrijven.
Je kunt de zine en het magazine een goede lay-out geven.
Je kunt de vormgeving (hoe de zine /het magazine er uitziet) goed laten aansluiten bij de inhoud (waar de zine / het magazine over gaat).
Je kunt je fantasie gebruiken om een vreemd wezen te tekenen dat past bij je magazine.
Je kunt penstructuren tekenen en met verdunde inkt ruimtewerking schilderen.
Je weet wat contourlijnen zijn en je kunt ze in je voortekening toepassen.
Je kunt eigenschaduw in je tekening weergeven.
Je kunt overlapping en plans gebruiken om dieptewerking in je tekening te krijgen.
Je kunt texturen en stofuitdrukking tekenen.
Je weet iets over de geschiedenis en herkomst van Oost-Indische inkt.
Je weet wie 'de stomme van Kampen' was en je kunt uitleggen hoe hij in zijn schilderij perspectief gebruikte.
Je maakt kennis met achtergrond- en filmmuziek.
Je leert werken met Garageband.
Je leert de sfeer van een verhaal te versterken door muziek.
Je leert passende muziekfragmenten te zoeken.
Samenwerken: je werkt in groepjes van vier.
Presenteren: je presenteert je magazine.
Reflecteren: je reflecteert op je tussenproduct.
Zelfwerkzaamheid: je kunt zelfstandig en in groepjes aan het werk.
Werkverzorging: je magazine ziet er verzorgd uit.
Creativiteit: je leert informatie op een creatieve manier te verwerken (in een zine en een magazine).
ICT-vaardigheden: je leert informatie opzoeken en dit verwerken in een onderzoeksverslag.