Wat leer je?
Biologie:
-
Je leert de bouw van het skelet
-
Je leert de functie van het skelet
-
Je kent het begrip en de betekenis antagonist
-
Je weet waarom botten een bepaalde vorm hebben
-
Je kent het nut van de vorm van de wervelkolom
-
Je weet hoe blessures ontstaan en hoe ze voorkomen kunnen worden
-
Je kent de bouw en bouw en werking van een spier
Nederlands:
-
Je oefent met spelling en interpunctie.
-
Je weet hoe je een product pitcht
-
Je weet hoe je een product schriftelijk uitlegt
-
Je weet hoe je een uitnodiging schrijft
-
Je weet hoe je een poster maakt