Ga op zoek naar verschillende bronnen om antwoorden te krijgen op jullie vragen.
Probeer zo snel mogelijk een persoon, bedrijf of instantie te vinden voor het vinden van antwoorden op jullie vragen.
Als je iemand hebt gevonden voor het interview, kun je deze persoon een mail sturen of opbellen.
Als je gaat bellen, noteer dan vooraf wat je wilt gaan zeggen.
Let bij het opstellen van de mail of het voorbereiden van het telefoongesprek
op het volgende:
Houdt bij het maken van een afspraak rekening met het volgende:
Bij Interview > Soorten vragen vind je meer over het maken van vragen.
Bespreek de door jullie opgestelde vragen met de begeleider.
Maak een kort verslag over jullie B.S.A. Vertel hoe het is gegaan. Plaats een foto van de persoon die jullie hebben geïnterviewd in het verslag.
Verwerk de informatie, die jullie te weten zijn gekomen door de B.S.A. in jullie hoofdverslag. Noem de geïnterviewde persoon ook bij de bronvermelding.
De geïnterviewde kan daarop alleen maar antwoorden met ja of nee. Bij een gesloten vraag is het antwoord vaak een vaststaand iets.
De vraag "Wanneer bent u jarig?" is een gesloten vraag.
Gesloten vragen zijn handig wanneer je bijvoorbeeld een enquête houdt en als startvragen voor een interview.
Wanneer je een suggestieve vraag stelt, zit jou mening daar doelbewust in verwerkt. Wanneer je het bijvoorbeeld zelf niet eens bent met een schoolregel zou je kunnen vragen “Wat deugt er niet aan deze regel?"
Door je vraag op deze manier te stellen, geef je eigenlijk aan dat je zelf vindt dat de regel niet deugt.
Een controlevraag is het herhalen van een gegeven antwoord op vragende toon. Bijvoorbeeld: 'Vind je dat echt onzin?' of 'Begrijp ik goed dat u .....'
Wanneer iemand een antwoord geeft op een vraag, kun je een inhaakvraag stellen. Zo kun je vragen naar voorbeelden ter verduidelijking. Bijvoorbeeld: "U zegt dat u vindt dat de zomervakantie korter moet worden; kunt u een paar argumenten geven over deze uitspraak?"
Deze vragen bedenk je ter plekke en gaan direct in op een gegeven antwoord.
Het stellen van inhaakvragen zorgt ervoor dat het interview meer diepgang krijgt.
De geïnterviewde krijgt door het stellen van inhaakvragen het gevoel dat er naar hem of haar wordt geluisterd.
Het antwoord op een open vraag kan van alles zijn waardoor de geïnterviewde goed moet nadenken over zijn of haar antwoord. Een voorbeeld van een open vraag:
“Wat vindt u van de sfeer op onze school?”