Oost-Indische inkt

Oost-Indische inkt = Chinese inkt

Op het potje hiernaast staat in het Nederlands: 'Oost-Indische inkt' maar in het Frans: 'Encre de Chine' en in het Duits: 'Chinesische Tusche'. Oost-Indische inkt komt oorspronkelijk uit China.
Op hun ontdekkingsreizen kwamen de Nederlanders in 0ost-Indië (dat heet nu Indonesië) in contact met de Chinezen. Zo leerden ze de Chinese inkt kennen.

In China wordt al meer dan 2500 jaar met inkt geschreven en geschilderd. De vier belangrijke onderdelen daarbij worden in het Chinees de vier kostbaarheden of 'vrienden' genoemd:

  • penseel

  • inkt

  • wrijfbakje

  • papier

 

De Oost-Indische inkt, zoals we die op school gebruiken, zit in een inktpotje. De traditionele Chinese inkt is niet vloeibaar maar in een blokje geperst.
In een wrijfbakje doet men water. Daarin wrijft men het inktblokje. Dit wrijven vraagt veel geduld; het duurt lang voor de inkt de goede samenstelling heeft.

Inktblokjes ontwikkelden zich in China tot kostbare verzamel-objecten. Men kon ze als geschenk aan een gast of vriend aanbieden.

In de twintigste eeuw deden in China westerse schrijfgereedschappen als potlood, vulpen en ballpoint hun intrede. De eeuwen daarvoor werd het Chinese penseel voor al het geschreven materiaal gebruikt, van officiële documenten tot en met privé brieven.
Het Chinese penseel is ontwikkeld voor het kalligraferen van Chinese karakters. Maar het penseel was niet alleen voor het ‘schoonschrijven’. Het wordt tot op heden ook in de schilderkunst gebruikt.

In het filmpje hiernaast wordt meer verteld over hoe je kunt werken met Chinese inkt.

 

Ga door naar stap 2: Werken met Oost-Indische inkt

THEMATISCH WERKEN ## ONTDEKKINGSREIZEN ## Arjan Mulder 2013