Inleiding beschouwing

Elk betoog en beschouwing heeft een inleiding, middenstuk en een slot. De inleiding begint met een aandachtstrekker, gevolgd door de een uiteenzetting van het probleem en de centrale stelling en eindigt met de structuuraanduiding.


 Aandachttrekker

Hoe interessanter een tekst begint, hoe groter de kans is dat iemand de tekst verder leest. Je eerste zin van een beschouwing moet daarom een echte aandachttrekker zijn. Een zin waardoor de lezer de rest ook wil lezen.

De aandachttrekker gaat over de inhoud van je stuk. Een zin als ‘Dit moet je lezen!’ lijkt eerder op een goedkope reclameadvertentie dan een interessant stuk. Als je stuk over privacy gaat, dan denk je na over een passende aandachttrekker. ‘Google weet wat je vanavond gaat eten’, is een voorbeeld van een aandachttrekker dat gaat over inhoud van je beschouwing én toch interessant is.


Uiteenzetting probleem

Als je eenmaal de aandacht van je lezer hebt, moet je proberen deze aandacht te houden. Waarom is het voor de lezer van belang om jouw beschouwing te lezen? Welk probleem stel je aan de kaak? Dit wordt de uiteenzetting van het probleem genoemd. Jij vindt dat het belangrijk is dat je beschouwing gelezen wordt, want je wilt immers de lezer van jouw gelijk overtuigen. Leg in de inleiding uit waarom schending van privacy een belangrijk onderwerp is. Dit is ook de plek om aan te geven welke stelling je gaat bespreken.


Structuuraanduiding

Je hebt de aandacht van de lezer en de lezer weet waarom het belangrijk is om jouw tekst te lezen. Dan is de volgende stap om de lezer te laten weten wat hij te lezen krijgt in je beschouwing. Een betoog of beschouwing is geen creatieve tekst met een spannend plot en een onverwachte twist. Een betoog of beschouwing moet duidelijk zijn. Het doel van je beschouwing is om iemand te informeren over de verschillende posities/standpunten die mogelijk zijn. Voor deze duidelijkheid geef je een structuuraanduiding. Aan het einde van de inleiding geef je al kort de posities en argumenten weer die je in het middenstuk gaat behandelen en tot welke conclusie je gaat komen. Het is in de inleiding niet de bedoeling dat je de argumenten al uitwerkt of voorbeelden geeft.


Voordat je begint met het schrijven van je beschouwing, zet je al de bovenstaande dingen al schematisch in het bouwplan. Daarna kun je aan de slag met het middenstuk en uiteindelijk het slot.